Detail Archief
Detail Archief
Archiefcategorieën: | 24 Families en personen 24.1 Families |
Overheids- of particulier archief | Particulier |
Rubriek archievenoverzicht | 24.1 Families |
Code en naam archief | 027 Families Brouwer, later Van Watervliet en De Perponcher Sedlnitsky |
Datering archief | 1578 - 1892 |
Naam en bestaansperiode archiefvormer | Families Brouwer, Van Watervliet en De Perponcher Sedlnitzky, 1578-1892 |
Code en titel toegang | NL-GsGA-24.1-027,, Inventaris, de archieven der families Brouwer, later Van Watervliet en De Perponcher Sedlnitsky, 1578-1892 |
Openbaarheidsbeperking(en) | Geen beperkingen, volledig openbaar |
-
-
INVENTARIS
VAN DE ARCHIEVEN DER FAMILIES
BROUWER, LATER VAN WATERVLIET
EN
DE PERPONCHER SEDLNITSKY
1578-1892
M.J. VAN DEN BERGE
1978
Gedigitaliseerd door A. Aziz.
Inleiding
I. Historisch overzicht
A.De familie Brouwer, later Van Watervliet.
Hoewel geen enkele informatiebron ons hierover uitsluitsel geeft kunnen we met stellige zekerheid aannemen dat de oorspronkelijke leden van het geslacht Brouwer het gelijknamige ambacht beoefenden. Aanwijzingen hiervoor vinden we in de familienaam en in het feit dat de familie Brouwer aanvankelijk een ridderhofstede in de Heinkenszandse Oosterguitepolder bewoonden die de naam “De Oude Brouwerie” droeg.
De stamreeks, voorzover bekend, vangt aan met Gillis Cornelissen Brouwer (c. 1529-1591). Zoals zovelen in zijn tijd wist hij zich door handige zakelijke en financiële manipulaties te verheffen boven zijn oorspronkelijk ambachtelijk milieu. Door middel van aankoop en door zich actief bezig te houden met het droogleggen van polderland verwierf hij zich aanzienlijke bezittingen in Wolphaartsdijk en Zuid-Beveland. Naar oud Zuid-Bevelandse gebruik werden nieuwe polders de eerste jaren na hun bedijking bestuurd door een eigen college van dijkgraaf en gezworenen. Zo werd Gillis Cornelissen in de vijftiger jaren van de 16de eeuw onder meer gezworene van de Selnissenpolder en de Louisepolder.
Gillis’ status van grootgrondbezitter heeft wellicht bijgedragen tot zijn benoeming als schout van Heinkenszand omstreeks 1560. In de bronnen komt hij pas in 1566 als zodanig voor, maar we kunnen aannemen dat hij dit ambt reeds in vroeger jaren vervulde.
Omstreeks 1588 liet hij aan de zuidwestzijde van de Heinkenszandse Dorpsstraat de ridderhofstede “Watervliet” bouwen. Deze wordt in Gillis’ boedelrekening, op 12 mei 1594 overgebracht voor schepenen van Heinkenszand, omschreven als “Het huys gestaan up Heynkenszand daer Gillis de Brouwer inne te wonen plach”.
Oudste zoon Cornelis Gillissen (c. 1552-1612) ging zich omstreeks 1609 naar deze buitenplaats vernoemen, waarmee de geslachtsnaam Van Watervliet haar intrede deed. De familienaam Brouwer raakte in ongebruik. Cornelis Gillissen werd in 1572 ingeschreven als poorter van Goes “commende van Heynkenssant, cuyper in timmerluydengilde”. In de rekeningen van het timmerliedengilde komt hij echter niet voor, hetgeen er op wijst dat hij het kuipersambacht helemaal niet of slecht zeer kort uitoefende. Hoe het ook zij, in de tachtiger jaren van die eeuw vinden we hem achtereenvolgens als ouderman, schepen-commissaris van het landrecht en vanaf 1589, met onderbrekingen tot 1611, als burgemeester van Goes. Verder was hij vanaf 1579 tot zijn overlijden in 1612 lid van het Goese schuttersgilde “St. Joris”, waarvan enkele jaren als deken en hoofdman.
Evenals zijn vader kocht Cornelis Gillissen van Watervliet veel landerijen die hadden toebehoord aan de uitgeweken adel. Samen kochten zij onder meer van de markies van Veere, Willem van Oranje, de heerlijkheden ’s-Heer Abtskerke en Sinoutskerke. Ook in het droogleggen van polderland toonde hij zich actief. Als heer van ’s-Heer Hendrikskinderen bedijkte hij omstreeks 1597 het Leeuwerikenpoldertje.
Met al hun activiteiten legden Gillis Cornelissen en Cornelis Gillissen de basis voor de ambachtsheerlijke status die zijzelf reeds, maar meer nog hun nakomelingen die door middel van aankoop en huwelijk de omvangrijke bezittingen nog uitbreidden, konden aannemen.
Cornelis’ oudste dochter Cornelia huwde in 1602, op 17-jarige leeftijd, Mr. David van der Nisse (of zoals hij zichzelf noemde Vernissius), evenals zijn schoonvader grootgrondbezitter en burgemeester van Goes.
Oudste zoon Mr. Gillis (1588-1635) had zitting in de Rekenkamer van Zeeland. In 1617 werd hij door aankoop van de hem nog ontbrekende ambachtsportie heer van Ellewoutsdijk, Everinge, Coudorpe en Driewegen. Ook het slot van Ellewoutsdijk kwam in zijn bezit. Na Gillis’ overlijden kwamen zijn bezittingen aan zijn enige zoon Cornelis (1619-1640). Deze maakte op aandringen van zijn oom en voogd Cornelis van Watervliet (1592-1636), ambachtsheer van ’s-Heer Hendrikskinderen, reeds een testament, waarin hij al zijn na te laten bezittingen legateerde aan genoemde oom of diens wettige kinderen. Toen zijn voogd Mr. Geeraerd van der Nisse hem in 1639 verbood in het huwelijk te treden met Jkvr. Margaretha va Arckel vertrok hij teleurgesteld naar Parijs, waar hij reeds enkele weken na zijn aankomst in januari 1640 werd vermoord.
Nu ontstond er een geschil over de verdeling van zijn nagelaten bezittingen, Wighbolt en Dirck van der Does, broers van Gillis’ in 1620 overleden vrouw Josina, beriepen zich op de in 1618 door beide echtelieden gemaakte huwelijkse voorwaarden, volgens welke een gedeelte van de na te laten bezittingen moesten terugvallen aan de familie Van der Does. Daarentegen beriepen de erfgenamen van de inmiddels overleden burgemeester Cornelis van Watervliet zich op het in 1635 door hun neef gemaakte testament. Na een omslachtig en tijdrovend proces werd dit codicil in 1642 uiteindelijk ongeldig verklaard: het vonnis luidde dat de helft der allodiale goederen moest worden afgestaan aan de familie Van der Does. Vervolgens ontstond een meningsverschil over de vraag welke goederen als allodiaal konden worden beschouwd. Pas in 1659, 19 jaar na het overlijden van Cornelis van Watervliet, kon de afwikkeling van zijn nalatenschap eindelijk worden afgerond.
Cornelis van Watervliet (1592-1636), schepen en burgemeester van Goes, was evenals zijn broer Mr. Gillis ridder. Zijn in 1626 tot stand gekomen huwelijk met Anna van Liere resulteerde in vier kinderen; van een zekere Margrieta had hij een bastaard, Charel, aan wie hij in zijn testament verscheidene lijfrenten legateerde. Twee van zijn wettige zonen, Cornelis (c. 1630-1669), heer van Ellewoutsdijk en schepen, burgemeester en baljuw van Goes, en Frederik (c.1631-1677), heer van Ellewoutsdijk en Gecommitteerde, Raad en Rekenkamer van Zeeland, overleden ongehuwd. Hun broer Emmery (c. 1631-1685), heer van ’s-Heer Hendrikskinderen en schepen en burgemeester van Goes, had slechts één dochter-Anna Maria die reeds in 1684, dus nog voor haar vader, overleed. Het was duidelijk dat het geslacht Van Watervliet niet voor uitsterven kon worden behoed. De tweelingbroers Frederiek en Emmery probeerden echter al het mogelijke om hun geslachtsnaam te laten voortleven. Zo gaven zij onder meer hun naam aan een nieuw ingedijkt stuk land ten oosten van Borssele: de Watervlietspolder.
In 1677 legateerde Frederik vele van zijn bezittingen aan Isaac en Willem Emmery, kinderen uit het huwelijk van zijn oudste zuster Anna Maria met de militair Ferdinand de Perponcher Sedlinitsky. Voorwaarde was dat zij of anders één hunner kinderen de geslachtsnaam Van Watervliet zouden aannemen. In het in 1685 door Emmery van Watervliet gemaakte testament zijn dergelijke voorwaarden opgenomen.
Beide pogingen mislukten echter. Reeds enkele jaren na de bedijking ging de Watervlietspolder weer verloren: er vond geen herbedijking plaats. Weliswaar gingen de bezittingen na het uitsterven van het geslacht over op de familie Perponcher Sedlnitsky, maar zowel Isaac als Willem Emmery bleven ongehuwd. Kinderen die de naam Van Watervliet konden adopteren hadden zij dus niet; zijzelf voelden er niets voor om hun mooie dubbele naam te verwisselen voor een feitelijk onechte geslachtsnaam.
Daarmee raakte het regentengeslacht Van Watervliet in de vergetelheid. Nog een tijdlang kon het hieraan worden onttrokken door het voorbestaan van de gelijknamige buitenplaats in Heinkenszand, maar toen deze in 1793 werd afgebroken verdween de laatste herinneringen aan de familie die haar eens bouwde. Zeker verdient het geslacht Van Watervliet meer dan deze onbekendheid. Immers tijdens hun bestaan speelden leden er van een zeer belangrijke rol op bestuurlijk gebied in Goes en, wat misschien veel belangrijker is, legden zij een basis voor de rol die de familie De Perponcher Sedlnitsky de daarop volgende eeuwen heeft kunnen spelen in Wolphaartsdijk in Zuid-Beveland.
B. De familie De Perponcher Sedlnitsky.
De geregelde stamreeks van de familie De Perponcher, voor de eerste acht generaties ontleend aan familiepapieren, vangt aan in de 13e eeuw met Robert, ridder Perponcher, heer van Perponcher en Maisonneuve, die 12 oktober 1243 voorkomt. De naam De Perponcher is afgeleid van de naam van het stamslot “Perponcher” in het landschap Périgord in zuid-west Frankrijk. In de loop der eeuwen geraakte het geslacht De Perponcher door uithuwelijking geparenteerd aan vele voorname Franse families, zoals onder meer De Caumonts en De Chambons.
Tijdens de tachtigjarige oorlog, de opstand die onze republiek van 1568 tot 1648 voerde tegen het wettig Spaanse gezag, ontvingen de opstandelingen veel militaire hulp van buitenaf. In de Staatse legers streden onafzienbare aantallen Engelsen, Duitsers, Zwitsers, Walen en Fransen.
In 1604 kwam Isaac De Perponcher (1572-1656), heer van Maisonneuve, als kapitein van een Franse compagnie infanterie in dienst van de Republiek. Daarmee was hij de eerste van zijn geslacht die voet zette op Staatse bodem, in 1622 werd hij sergeant-majoor, 4 jaar later luitenant-kolonel en in 1629, na het sneuvelen van de oorspronkelijke commandant voor Den Bosch, kolonel van een regiment infanterie. Als commandant van één van de vier, later vijf Franse regimenten in Staatse dienst behoorde hij tot de meest vooraanstaande Fransen in de Republiek. Nadat hij in 1645 het commando van zijn regiment had overgedragen aan de heer van Les Loges trok Isaac zich terug op het landgoed Corneil bij het Noord-Franse stadje Laon waar hij in januari 1656 overleed.
In 1607 was hij te Grave in het huwelijk getreden mat Anna, dochter van Peter van Sedlinitsky (1549-1610), vrijheer van Choltitz, Füllstein etc. Deze Boheemse grootgrondbezitter had vanwege zijn overgang naar de Protestantse Kerk zijn land moeten verlaten. Uitgeweken naar de Nederlanden sloot hij zich in 1577 aan bij de Opstand. Door uitstekende krijgsdiensten, onder meer verricht als overste-luitenant van graaf Willem Lodewijk, verwierf hij zich als snel een zeer voorname plaats in de Republiek; de door hem vanaf 1592 beklede betrekking van sergeant-majoor-generaal was de hoogste legerfunctie na die van kapitein-generaal, welke vrijwel uitsluitend door Oranje’s werd bekleed. Sedlinitsky had een belangrijk aandeel in de leiding en de uitvoering van verscheidene grote krijgsondernemingen van Maurits en Willem Lodewijk. Na de verovering van Grave in 1602 werd hij benoemd tot gouverneur van die stad. Zijn functie van sergeant-majoor-generaal bleef hij eveneens vervullen en als zodanig was aanwezig bij de meeste veldtochten. Hij sneuvelde tijdens het beleg van de Duitse stad Gulik in 1610. Jaren later, na de slag bij Wittenberg in 1621, werden de bezittingen der Sedlnitsky’s in Bohemen verbeurd verklaard.
Na het overlijden van Peters enige zoon Ferdinand in 1617 gingen naam en bezittingen van het geslacht Sedlnitsky over in de familie De Perponcher, welke voortaan De Perponcher Sedlnitsky genaamd was. Haar afkomst ligt dus zowel in Frankrijk als in het oude Boheems-Moravische Rijk en Polen.
Isaac de Perponchers’ zonen Pieter en Willem vervullen beiden belangrijke militaire ambten. De eerste bereikte de rang van luitenant-kolonel, de tweede die van sergeant-majoor. Ferdinand de Perponcher (1610-1684) was Isaacs tweede zoon. Als peetkind van zijn oom Ferdinand, de oudste broer van zijn moeder, erfde hij naam, titels, wapen en bezittingen der Sedlnitsky’s zodat hij zich kon noemen: Ferdinand De Perponcher Sedlnitsky, vrijheer van Choltitz, Füllstein etc. Meermalen vinden we hem alleen onder de naam Sedlnitsky, hetgeen hem onderscheidt van zijn broers Pieter, die veelal Perponcher, en Willem, die evenals zijn vader meestal Maisonneuve genoemd werd. Vanaf 1632 was Ferdinand in dienst van de Republiek, aanvankelijk als vaandrig , later als kapitein. Als zodanig vocht hij onder meer in Brazilië.
In 1651 huwde hij te ’s-Gravenhage de Goese burgemeestersdochter Anna Maria van Watervliet. Met dit huwelijk werd de basis gelegd voor de talrijke ambachtsheerlijke bezittingen in Zuid-Beveland en Wolphaartsdijk die de familie De Perponcher Sedlnitsky sedertdien in eigendom zou verkrijgen.
Dit huwelijk betekende tevens een onderbreking van Ferdinands militaire loopbaan. Hij vestigde zich te Goes en in de jaren 1657-1659 had hij als schepen zitting in de regering van deze stad. Zijn burgerlijke staat was echter van korte duur. Onder de dreiging van een nieuwe oorlog met Engeland werden in 1665 zes nieuwe infanterieregimenten geworven. De kapitein De Perponcher Sedlnitsky werd aangesteld tot kolonel van één van deze regimenten. Na het totstandkomen van de Vrede van Breda, waarmee de 2de Engelse Oorlog werd afgesloten, werd de kolonel Sedlnitsky belast met de begeleiding van de Engelse onderhandelaars tijdens de terugreis.
Nadat zijn regiment in 1668 al weer was afgedankt werd Ferdinand in het rampjaar 1672 opnieuw benoemd tot kolonel. Dit maal werd hem de leiding opgedragen van een nieuw geworven regiment infanterie ter repartitie van de Staten van Zeeland. Tevens werd hij in augustus van datzelfde jaar door de latere Koning-Stadshouder Willem III aangesteld tot President van de Hoge Krijgsraad. Hij overleed in de vesting Sas van Gent, waar hij in 1676 zijn broer Willem had opgevolgd als commandeur.
Zijn zonen Isaac (1653-1702), schepen en burgemeester van Goes, Cornelis (1655-1733), vaandrig, kapitein, gewond geraakt in de Slag bij Seneffe in 1674 en daarna schepen van Goes, Willem Emmery (1664-1713), schepen van Goes, daarna gecommitteerde in de Generaliteits-Rekenkamer, overleden alle drie ongehuwd. Daar ook de twee zonen van Ferdinand broer Pieter ongehuwd waren overleden gingen naam, wapen en bezittingen over op de erfgenamen van hun broer Willem.
Diens oudste zoon Isaac (1662-1708) bekleedde, de traditie van zijn geslacht volgend, diverse militaire ambten. Zo was hij onder meer kolonel van een regiment infanterie en commandeur van Hulst. Hij trad 24 oktober 1690 in het huwelijk met zijn volle nicht Anna Clara van den Steene, die hem twee zonen naliet: Mr. Jacob Arend en Willem Cornelis.
Mr. Jacob Arend H.R. graaf De Perponcher Sedlnitsky (1692-1771), heer van Ellewoutsdijk etc., was als oudste zoon stamdrager en werd als zodanig door de Poolse graven Sedlnitsky vergunning verleend tot het voeren van de graventitel en de toenaam Sedlnitsky, waarna hij in 1744 door de Keizer als Rijksgraaf werd erkend. Sedert januari 1733 was hij raadsheer, later voorzitter van de raad- en Leenhof van Brabant en de landen van Overmaze. ’s-Winters bewoonde hij een huis aan het Lange Voorhout in Den Haag, in de zomermaanden verbleef hij met zijn gezin op het buiten Watervliet te Heinkenszand. Uit zijn huwelijk met Jacoba Maria Baronesse Van Wassenaer van Duvenvoorde liet hij twee zonen na: Mr. Cornelis en Mr. Willem Emmery (1741-1819).
Mr. Cornelis baron De Perponcher Sedlnitsky, heer van Ellewoutsdijk, ’s-Heer Hendrikskinderen etc. werd in 1750 ingeschreven als poorter van Goes. Hij studeerde aan de Leidse Universiteit, waar hij in 1757 promoveerde. Zijn burgerlijke loopbaan nam een aanvang met een benoeming tot schepen van de stad Tholen. Niet lang heeft hij deze functie vervuld, want reeds in 1761 werd hij aangesteld tot raadsheer in het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland. In oktober 1776 verloor hij bij Zuilen door verdrinking het leven. Hij was gehuwd geweest met Johanna Maria van Tuyll van Serooskerken, uit welk huwelijk onder andere Arend Jacob Diederiek, Henri George en Willem Carel geboren zijn.
Mr. Willem Emmery baron De Perponcher Sedlnitsky, heer van Wolphaartsdijk, was onder meer kanunnik ten Dom, Geëligeerde Raad der provincie Utrecht, curator van de Utrechtse Hogeschool en bestuurslid van het Utrechtse Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen. Evenals zijn vader promoveerde hij aan de Utrechtse Universiteit, waarna hij zich definitief in de Domstad vestigde. Willem Emmery is bekend geworden door het schrijven van talloze met name op de jeugd en de minder ontwikkelden gerichte boekwerkjes. Veelal hadden deze op eigen kosten uitgegeven werken een godsdienstig opvoerende streking. Dat hij op goede voet moet hebben gestaan met zijn pachters bewijst het boekje “Een Zuid-Bevelandsche Dorps-Leeraar”, dat hij opdraagt aan 12 “vreedzame landlieden”. Hij hield zich eveneens bezig met wetenschappelijk onderzoek hetgeen onder meer blijkt uit zijn bestuurslidmaatschap van het genoemde Genootschap voor kunsten en wetenschappen. Als vurig aanhanger van het Oranjehuis werd hij in 1813-op 72-jarige leeftijd door de terugtrekkende Fransen als gijzelaar meegevoerd naar Parijs, waar hij enkele maanden gevangen heeft gezeten. Hij was gehuwd met Agnes Clara Voet van Winssen en had bij haar 7 kinderen, waarvan er 5 op zeer jonge leeftijd zijn overleden. Slechts 2 dochters, Paulina Adriana Engelberta (1778-1828) en Johanna Maria (1784-1852) hebben hun vader overleefd.
Jhr. Arend Jacob Diederik de Perponcher Sedlnitsky (1765-1822), oudste zoon van mr. Cornelis, werd bij K.B. d.d. 28 augustus 1814, no. 14 benoemd in de Ridderschap van Zeeland en zijn oom Willem Emmery in die van Utrecht. Bij besluit d.d. 6 juli 1822 werd Arend Jacob Diederik ingelijfd in de Nederlandse Adel met het predikaat jonkheer. Hij was lid van de Algemene Rekenkamer, later kamerheer-honorair van koning Willem I en overleed ongehuwd te ’s-Gravenhage. Zijn broer Henri George (1771-1856) was bij besluit d.d. 14 juni 1822 ingelijfd in de Nederlandse Adel met de titel van “Baron bij recht van eerstgeboorte”. Bij K.B. d.d. 18 april 1825 werd hem verleend de titel van “Graaf bij recht van eerstgeboorte”. Hij was adjudant van Prins Frederik van Oranje geweest en had een roemrijk aandeel in de oorlog tegen de Fransen. Als luitenant-generaal voerde hij het bevel over een Nederlandse divisie in de slagen bij Waterloo en Quatre Bras. Naar aanleiding van de hierbij door hem geleverde prestaties werd hij op 16 juni 1816, precies een jaar na Quatre Bras, door de koning van Pruisen benoemd tot Ridder in de Orde van de Rode Adelaar.
Behalve als militair toonde Henri George zich ook las diplomaat erg bekwaam. Van augustus 1814 tot april 1842 was hij Nederlands gezant of ambassadeur aan het Pruisische hof in Berlijn. Daar leerde hij ook Wilhelmina Frederica Adelheid gravin Van Reede Ginkel kennen, met wie hij 2 oktober 1816 in het huwelijk trad. Hij had bij haar drie zonen, te weten Wilhelm Heinrich Ludwig Arendt (1819-1893), Friedrich Wilhelm Karel August (1821-1909) en Ludwig Nicolaus Friedrich Ernst Gustav (1827-1914) die bij besluit d.d. Berlijn 9 juli 1852 werden ingelijfd in de Pruisische adel, met uitbreiding van de titel van Graaf op alle afstammelingen.
Paulina Adriana Engelberta, dochter van Willem Emmery, overleed ongehuwd, haar zuster Johanna Maria aangesteld hebbende tot haar enige erfgename. Deze was in 1834 te Genève in het huwelijk getreden met de Engelse majoor George James. Evenals de zonen van haar neef Henri George verkoos ook zij het buitenland tot haar residentie. Zij woonde onder andere in Genève, Parijs en Southampton. Zij overleed in 1852 kinderloos in Parijs, haar achterneven, de zonen van Henri George aangewezen hebbende tot haar erfgenamen.
Daar Arend Jacob Diederik ongehuwd en kinderloos gebleven was, gingen alle waardigheden en bezittingen van de familie De Perponcher Sedlnitsky over op de zonen van Henri George, die ook de afstamming in rechte lijn voortzetten. Met hen verdwijnt de familie De Perponcher Sedlnitsky definitief uit ons land. Er geboren en opgegroeid oriënteerden zij zich geheel op Pruisen, waar zij zich aanzienlijke bezittingen wisten te verwerven. Uitstekende krijgsdiensten in het Pruisische leger en bewezen loyaliteit aan de koning resulteerde in het hierboven genoemde besluit, waarbij zij werden ingelijfd in de Pruisische Adel. De graven De Perponcher Sedlnitsky hebben zich door dit alles nauwelijks meer bemoeid met het beheer van de bezittingen in Nederland, dit werd vrijwel geheel overgelaten aan zaakwaarnemers en administratiekantoren. Door verkoop en onteigening van het grootste gedeelte der vroegere bezittingen zijn de belangen van de familie in ons land vrijwel geheel teniet gedan. De nog resterende bezittingen in Zeeland werden tot het einde van de 20e eeuw beheerd door het administratiekantoor Lenshoek te Kloetinge. De nakomelingen van de hierboven beschreven familieleden verblijven momenteel in de Bondsrepubliek Duitsland en in de Verenigde Staten.
II.De Archieven.
Het overgrote gedeelte van de in deze inventaris beschreven archieven berustte voor de overbrenging naar een archiefbewaarplaats bij de familie Lenshoek. Leden van dit geslacht beheren sinds 1834 als rentmeester de bezittingen van de familie De Perponcher Sedlnitsky in Zeeland. Hierdoor en mede door het vertrek van de familie naar het buitenland, waardoor een groot deel van de voor het beheer der bezittingen noodzakelijke archivalia achterbleef, kwam de familie Lenshoek in het bezit van een groot gedeelte van de familie-archieven van Van Watervliet en De Perponcher Sedlnitsky.
Bij de aanvang van de inventarisatie bevonden de diverse bestanddelen der archieven zich op vier verschillende plaatsen. Het hoofdbestanddeel (circa 4. ½ meter) bevond zich reeds in de archiefbewaarplaats van de gemeente Goes: een gedeelte hiervan werd reeds voor de Tweede Wereldoorlog in de archiefbewaarplaats gedeponeerd, terwijl een ander gedeelte in 1943, waarschijnlijk uit veiligheidsoverwegingen, door de toenmalige burgemeester C.E.P. Lenshoek werd overgebracht. Nog tijdens de Tweede Wereldoorlog is er van bovengenoemd gedeelte een magazijnlijst samengesteld door de toenmalige gemeentearchivaris van Goes mej. Dr. S.M. van Zanten Jut.
Bij nader onderzoek bleek het administratiekantoor van de heren J.A.N. en W.F.K. Lenshoek, neven van C.E.P. en de huidige rentmeester over de bezittingen van de familie in Zeeland, nog in het bezit te zijn van archiefbescheiden behorende tot het archief van de familie De Perponcher Sedlnitsky. Dit circa 2 meter omvattende gedeelte werd door hen ook in bewaring gegeven aan het gemeentearchief van Goes. Een derde, circa anderhalve meter omvattende gedeelte werd door het Rijksarchief in Zeeland ter inventarisatie tijdelijk uitgeleend. Dit ook van de heren Lenshoek afkomstig gedeelte was door hen in 1970 in bewaring gegeven aan het Rijksarchief.
Tot slot werd een 8-tal charters door de gemeente Goes aangekocht van W.D.J. baron Van der Feltz te Arnhem en werden 2 archiefstukken overgenomen uit de archieven van de gemeenten Nisse en Wolphaartsdijk.
In totaal omvatten de archieven dus circa 8 strekkende meter. Hierbij komt nog een 100-tal kaarten, die opgeborgen zijn in daartoe bestemde laden. Het grootste gedeelte der archieven heeft betrekking op het beheer van de bezittingen van de families Brouwer, later van Watervliet en De Perponcher Sedlnitsky, voor het merendeel in Zuid-Beveland en Wolphaartsdijk.
III.Inventarisatie.
Bij de inventarisatie werd waar mogelijk het herkomstbeginsel toegepast, waarbij een uitzondering is gemaakt voor de stukken over de afwikkeling der nalatenschappen. Deze werden beschouwd als een afronding van de administratie van de overledene en als zodanig geplaatst bij de desover persoon.
Uitgaande van het gegeven dat een familie-archief een conglomeraat van persoonlijke archieven is, werd zoveel mogelijk getracht om deze persoonlijke archieven te reconstrueren. De moeilijkheid om dit te verwezenlijken lag in het ontbreken van enigerlei orde, zodat het verband tussen de bescheiden pas gaandeweg zichtbaar werd.
Een ander probleem vormde het feit dat bepaalde zaken betrekking hebben op meerdere personen. Voor zover mogelijk werd dit opgelost door het aanbrengen van verwijzingen, terwijl de plaats van dergelijke bescheiden in de inventaris in deze gevallen bepaald werd door de oudste vertegenwoordigde als hoofdpersoon te nemen, daarbij een lid van de familie plaatsende voor een aangetrouwd of niet-lid. Indien bepaalde op meerdere personen betrekking hebbende stukken zijn opgemaakt door één, tevens belanghebbende, van hen, dan werden zij daarbij geplaatst.
Een moeilijkheid vormde ook het executeurs-, zaakwaarnemers- en voogdijschap. Uitgaande van het feit dat de in deze functie opgemaakte of ontvangen bescheiden waarschijnlijk terecht zijn gekomen in de administratie van degenen waarvoor de handelingen werden verricht (bv. akten van transport) zijn deze stukken geplaatst bij hen over wie het voogdijschap etc. werd uitgeoefend.
De archiefbescheiden van de persoonlijke archieven zijn waar mogelijk gerangschikt in persoonlijk en zakelijk. Door deze indeling is het zowel mogelijk om alle bewaard gebleven bescheiden geproduceerd of ontvangen door één persoon op een overzichtelijke manier te ordenen, als wel alle gegevens over diens bezittingen terug te vinden. Het verloop en de successie van de bezittingen van bv. vader op zoon is terug te vinden met behulp van de index op aardrijkskundige namen.
Voor wat betreft de materiele verzorging der archieven dient hier te worden vermeld dat de hiertoe behorende charters en kaarten afzonderlijk werden opgeborgen.
De inventarisatie geschiedde in het kader van de opleiding voor middelbaar archiefambtenaar, waarbij de heer H. Uil optrad als mentor.
M.J. van den Berge,
Januari 1978.
IV.LITERATUUR.
Baan, J. van der; Wolphaartsdijk, geschetst als eiland en ambachtsheerlijkheid. Goes 1866.
Berge, M.J. van den; Watervliet, een verdwenen landjuweel. Goes 1977.
Dekker, Dr. C.; Zuid-Beveland. Assen, 1971.
Hollestelle, A. De Honte en het eiland Borsele, alsmede een verhandeling over de heerlijkheden, ambachten of leenen in Zeeland. Tholen, 1907.
Jaarboeken Centraal Bureau voor Genealogie. ’s-Gravenhage, 1962 en 1963.
Nagtglas, F.; levensberigten van Zeeuwen. Deel II. Middelburg, 1893.
Nederland’s Adelsboek 1916. ’s-Gravenhage, pag. 62-66.
Nederland’s Adelsboek 1949. ’s-Gravenhage, pag.415-420.
Nederlandsche Leeuw 1950, kolommen 185-187, 306
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek. Deel II. Leiden, 1912, kolom 1085.
Nieuwe Nederlandsch Biografisch Woordenboek. Deel V. leiden, 1921, kolommen
Ten Raa, F.G.J. en De Bas, F.; Het Staatsche Leger, 1568-1795. Delen I-VIII, Breda, 1911-
Reyers, J.; W.E. De Perponcher. Proefschrift, Assen, 1942.
Sars, Comte M. le; le Laonnais Féodal. Delen II en III. Parijs, 1971.
GENEALOGIËN
N.B. De tussen haakjes vermelde aanduiding verwijst naar de inventaris.
I.DE FAMILIE BROUWER, LATER VAN WATERVLIET.
I.GILLIS CORNELISSEN BROUWER (AL)
Geb. c. 1529, Overl. Heinkenszand, 30 september 1591, gezworene Selnisse- en Louisepolder, schout van Heinkenszand
huwt 1) vóór 1552 NN,
huwt 2) huwl. voorw. 8 februari 1577 Clara Iemantsdochter,
kinderen uit (1):
1.Cornelis Gillissen, volgt II
kinderen uit (2):
2.Jacobmijnken Gillisdochter, geb. na 1577 huwt Goes, 4 juni 1600 Jhr. Jan Pietersen van Cats
3.Ieman Gillissen, geb. na 1577
4. Mayken Gillisdochter, geb. na 1577
II.Cornelis Gillissen Brouwer (A2)
Geb. c. 1552, overl. Goes, 3 juni 1612, vanaf 1609 onder de naam Van Watervliet, heer van ’s-Heer Hendrikskinderen, schepen en burgemeester van Goes, huwt Maria van Campen dochter van Cornelis Matthijsz., overl. Goes, 15 juni 1622, kinderen:
1.Cornelia (A3a)
geb. Goes, 6 januari 1685, begr. Goes, 20 mei 1622, huwt Goes, 15 mei 1602, Mr. David van der Nisse (of Vernissius) zoon van Geeraert Willemsz. En Andrea van Oostende overl. Goes, 26 september 1652, heer van Nisse, in Yerseke etc. schepen en burgemeester van Goes, dijkgraaf Brede Watering Bewesten Yerseke kinderen: Zie genealogie Van der Nisse)
2.Gillis, volgt IIIa
3. Isabella
Geb. Goes. 4 september 1611 huwt Goes, 13 mei 1609 Cornelis Cornelisz. Van Schuylen begr. Goes, 3 oktober 1646
4.Cornelis, volgt IIIb
5.Jaques, geb. Goes, 25 mei 1594
IIIa. Mr. Gillis van Watervliet (A3b)
geb. Goes, 22 maart 1588, overl. 19 februari 1635, ridder, heer van Ellewoutsdijk etc. schepen van Goes, lid Rekenkamer van Zeeland,
huwt (1) ’s-Gravenhage, april 1618 Jkvr. Josina van der Does van Noordwijk, dochter van Steven en Anna van Euwsum, overl. 1620
huwt (2) Middelburg, 1631
Elisabeth Honingh, Weduwe van Pieter Courle, Dochter van Nicolaas Jansen en Maria van Roubergen,
Kinderen uit (1):
Cornelis (A4a)
Geb. 1619
Overl. Parijs, 15 januari 1640
IIIb. CORNELIS VAN WATERVLIET (A3c)
geb. Goes, 30 mei 1592, overl. Goes, 10 febrauri 1636, ridder, heer van ‘s-Heer Hendrikskinderen, schepen en burgemeester van Goes
huwt 1626
Anna van Liere, dochter van Emmery en Elisabeth Booms
overl. Goes, 2 augustus 1642, zij hertrouwt 7 juli 1640 Benjamin van de Steene
Kinderen uit (1):
1.Anna Maria (A4b) en (A2b)
geb. c. 1628, overl. Goes, 4 januari 1670
huwt ’s-Gravenhage, 16 april 1651
Ferdinand De Perponcher Sedlnitsky, ridder, heer van Choltitz, Füllstein etc., zoon van Isaac en Anna von Sedlnitsky
geb. 15 jnui 1610, overl. Sas van Gent, 14 april 1684
kapitein, later kolonel, schepen van Goes, kolonel Zeeuws regiment, president Hoge Krijgsraad en commandeur van Sas van Gent, kinderen:
(zie genealogie De Perponcher Sedlnitsky)
1.Cornelis Cornelissen, volgt IVa
2.Frederik, volgt IVb
3.Emmery, volgt IVc
Kinderen uit (2):
Elisabth van de Steene (c2)
geb. c. 1641
IVa. CORNELIS CORNELISSEN VAN WATERVLIET (A4c)
Geb.c. 1631, overl. Goes, 10 oktober 1669
Heer van Ellewoutsdijk, Coudorpe etc., Schepen, burgemeester en baljuw van Goes, Gecommitteerde Raad van Zeeland
IVb. FREDERIK VAN WATERVLIET (A4d)
geb. ca. 1634, overl. Middelburg, 2 september 1677, heer van Ellewoutsdijk, Coudorpe etc., lid rekenkamer van Zeeland, Gecommitteerde Raad van Zeeland
IVc. EMMERY VAN WATERVLIET (A4e)
geb. c.1634, overl. Goes, 13 oktober 1685
heer van ’s-Heer Hendrikskinderen, in Wolphaartsdijk etc., schepen en burgemeester van Goes, dijkgraaf Brede Watering Bewesten Yerseke
huwt Goes, 28 september 1669
Cornelia van der Nisse, dochter van Gillis een Geertruid van Alteren
vrouw van Waarde, Nisse etc., zij hertrouwt ’s-Heer Hendrikskinderen, november 1688, Mr. Johan Ockersse, heer van Schoonewal
kinderen uit (1):
Anna Maria
ged. Goes, 14 november 1670
overl. Goes, 1 december 1684
II. DE FAMILIE VAN DER NISSE.
I.MR. DAVID VAN DER NISSE (of VERNISSIUS) (A3a)
overl. Goes, 26 september 1652, heer van Nisse, in Yerseke etc.
schepen en burgemeester van Goes, dijkgraaf Brede Waterling Bewesten Yerseke
huwt Goes, 15 mei 1602
Cornelia van Watervliet, dochter van Cornelis Gillissen en Maria van Campen
geb. Goes, 6 januari 1685, begr. Goes, 20 mei 1622
kinderen:
1.Geeraert, volgt IIa
2.Cornelis, volgt II b.
3.David, ongehuwd overleden
4.Gillis, volgt IIc.
IIa. MR. GEERAERDT VAN DER NISSE (B2a)
geb. c. 1604, overl. 1669, heer van Nisse, Kruiningen, Zaamslag etc., burgemeester van Goes, Gecommitteerde Raad van Zeeland, Gedeputeerde in de Staten-Generaal, Raad in de admiraliteit van Zeeland
huwt Jkvr. Maria Boogaert, dochter van Mr. Cornelis en Sara Pous
begr. Nisse, 10 september 1645
kinderen:
1.Cornelia overl. 1681, huwt Goes, 17 mei 1656
Johan Huyssen, ridder, heer van Kattendijke
2.David, heer van Zaamslag
3.Susanna
4.Catharina, Ged. Goes, 27 september 1635
IIb. MR. CORNELIS VAN DER NISSE (B2b)
overl. Goes, 15 december 1658, heer in Heinkenszand, Driewegen, Ovezande etc., schepen en burgemeester van Goes
huwt Amsterdam, september 1635
Jkvr. Elisabeth van Alteren, dochter van Simon en Catharina van Ruytenburg, begr. Goes, 22 februari 1639
kinderen:
1.Simon, geb. 1 september 1636
2.Elisabeth (B3), Geb. 13 februari 1639, overl. 1700,
vrouwe in Heinkenszand, Wolphaartsdijk, Driewegen etc.
huwt ’s-Gravenhage, februari 1664
Jhr. Willem Adriaan van Nassau, zoon van Lodewijk en Elisabeth gravin van Hoorne, Geb. 1632, overl. 21 september 1705, heer van Blankenburg, Driebergen, Odijk, Zeist etc., Gecommitteerde Raad van Zeeland
IIc. GILLIS VAN DER NISSE (B2d)
geb. Goes, 8 januari 1616, overl. Goes, 224 maart 1657, heer van Waarde, in Coudorpe, Heinkenszand, Ovezande etc., schepen van Goes, Gedeputeerde in de Generaliteits-Rekenkamer,
huwt Amsterdam, november 1643
Jkvr. Geertruid van Alteren , dochter van Simon en Catharina van Ruytenburg
kinderen:
huwt (1) Goes, 28 september 1669
Emmery van Watervliet, zoon van Cornelis en Anna van Liere
geb. c. 1631, overl. 13 oktober 1685, heer van ’s-Heer Hendrikskinderen
huwt (2) november 1688
Mr. Johan Ockersse, Heer van Schoonewal
Kindereen uit (1):
Anna Maria ged.
overl. Goes, 1 december 1684
2.Geraerd.
III. DE FAMILIE DE PERPONCHER SEDLNITSKY.
geb. 1572, overl. Presles-et-Thierny (bij Laon, Frankrijk), 25 januari 1656
heer van Maisonneuve, in 1604 als kapitein in Staatse dienst, 1622-sergeant –majoor, 1626-luitenant-kolonel, 1629-kolonel,
huwt (1) Grave, 11 februari 1607
Anna von Sedlnitsky, geb. c. 1586, overl. Delft, 22 december 1635
vrouwe van Choltitz
huwt b(2) Etremencourt, 27 januari 1637
Magdalena de Perponcher, dochter van Jean en Judith de Falaise vrouw van Corneil en Etremencourt
kinderen uit (1):
1.Pieter, volgt IIa
2.Ferdinand, volgt IIb
3.Johanna (A2c)
Geb. 8 maart 1611, overl. Delft, 24/26 december 1677
Huwt (1) Vlissingen, 17 juni 1629
Isaac de Vigne, Zoon van Isaac en Sabina de Salazar
overl. Delft, begr. Rotterdam, 25 juni 1662,
commandant van een Frans eskader oorlogsschepen
in de Nederlanden
huwt (2) Hulst, 30 juli 1664
Benjamin de Poulastron, Overl. Hulst, tussen 1668-1675)
Heer van L’Autel en Mouna, Kapitein-majoor in Staatse dienst
4. Willem, volgt IIc
5. Maria (A2e)
geb. 17 oktober 1622, overl. 1661
huwt 6 januari 1660
Gaspard Androuet, weduwnaar van Anna Carré
overl. Na 1675 kapitein in Staatse dienst
6.Hester (A2f)
geb. 10 maart 1625, overl. Voor 1667
IIa. PIETER DE PERPONCHER (A2e)
geb. 4 augustus 1608, overl. Bommel, augustus/september 1667
heer van Perponcher, 1628-vaandrig, 1635-kapitein, 1648-sergeant-majoor,
1649-luitenant-kolonel,
huwt Delft, 12 mei 1640
Josina Tengnagel, dochter van Alexander en Josina van Dorth, overl. tussen 1664-1667
kinderen:
1.Alexander, geb. 13 februari 1643, overl. tussen 1664-1667
IIb. FERDINAND DE PERPONCHER SEDLNITSKY (A2B)
geb. 15/26 juni 1610, overl. Sas van Gent, 14/30 april 1684, ridder, vrijheer van Choltitz, Füllstein etc., 1632-vaandrig, 1642-kapitein, 1665-kolonel
1672-President Hoge Krijgsraad 1676-Commandeur van Sas van Gent,
Schepen van Goes
Huwt ’s-Gravenhange, 16 april 1651
Anna Maria van Watervliet, dochter van Cornelis en Anna van Liere
Geb. c. 1628, overl. Goes, 4 januari 1670
kinderen:
geb. 10 maart 1652
overl. Goes, 2 augustus 1686
2.Isaac, volgt IIIa
3.Cornelis, volgt IIIb
4. Elisabeth (A3d)
geb. Goes, 28 februari 1658
begr. Goes, 3. Januari 1686
5.Willem Emmery, volgt IIIc
IIc. WILLEM DE PERPONCHER MAISONNEUVE (A2d)
geb. 20 augustus 1615
overl. Sas van Gent, 24 maart 1676
heer van Maisonneuve
1635- vaandrig, , 1637-luitenant, 1643-kapitein,
1656-commandeur van Aardenburg, 1663-sergeant-majoor, 1667-
commandeur Sas van Gent, 1672- luitenant-colonel
huwt Buren, 18 december 1643
Catharina van den Steene
dochter van Jacob en Lucretia Craeyvanger
overl. 1680
kinderen o.a.:
1.Anna Magdalena (Af3)
geb. Bloemendaal (bij Gouda), 16 december 1649
overl. 1667
huwt 6 november 1657
Jacob Snouckaert
Zoon van Jacob en Jkvr. Anna van Paffenrode
ged. Gornichem, 16 juni 1719
heer van Binkhorst, Tempel en Berkel en Rodenrijs
ridder des Heiligen Roomschen Rijks
2.Maria (A3g)
Geb. Tiel 21 december 1650
huwt Sas van Gent, 25 augustus 1675
Roger Griffith alias William Jenninge
zoon van John Griffith
3.Agneta Aardenburgina, 21 september 1658
4.Isaac, volgt IIId
IIIa. ISAAC DE PERPONCHER SEDLNITSKY (A3b)
geb. 18 maart 1653
overl. Goes, 17 december 1702
heer van Ellewoutsdijk, Driewegen, Coudorpe en Everinge schepen
en burgemeester van Goes
IIIb. CORNELIS DE PERPONCHER SEDLNITSKY (A3C)
geb. 8 februari 1655
overl. 2/3/4 september 1733
heer van Wolphaartsdijk
1671-vaandrig, 1674-kapitein
schepen van Goes
in 1714 door de zonen van Karel Julius graaf van
Sedlnitsky erkend als behorende tot het geslacht
Sedlnitsky en gerechtigheid tot het voeren van de
grafelijke titel
IIIc. WILLEM EMMERY DE PERPONCHER SEDLNITSKY
geb. 7 augustus 1664
overl. ’s-Gravenhage, 13 maart 1713
heer van ’s-Heer Hendrikskinderen
schepen van Goes
gecommitteerde in de Generaliteits-Rekenkamer
IIId. ISAAK DE PERPONCHER MAISONNEEUVE (A3H)
geb. Titel, 22 april 1662
begr. Hulst, 2 mei 1708
1690-sergeant-majoor, 1694-kapitein Zeeuwse Landmilitie
Kolonel-commandant van Hulst
huwt Zoelen, 24 oktober 1690
Anne Clara van den Steene
dochter van Mr. Jacob en Anna de Bye
ged. Titel, 4 april 1671
over. Titel, 30 juli 1712
kinderen:
1.Jacob Arend, volgt IVa
2.Willem Cornelis, volgt IVb
IVa. MR. JACOB AREND des H.R. Rijksgraaf DE PERPONCHER
Sedlnitsky (A4a)
ged. Tiel, 5 december 1692
overl. ’s-Gravenhage, 14 november 1771
heer van Ellewoutsdijk, Wolphaartsdijk, ’s-Heer Hendrikskinderen
Doveren etc.
Raadsheer, later voorzitter van Raad-en Leenhof van Brabent en de
Landen van Overmaze
In 1733 door de zonen van Karel Julius graaf Van Sedlnitsky
En gerechtigheid tot het voeren van de grafelijke titel in 1744 door de
Keizer als zodanig erkend
huwt ’s-Gravenhage, 3 april 1727
Jacoba Maria baronesse Van Wassenaar van Duvenvoerde
Dochter van Jacob Emmery en Anna Cornelia Martina van Baerle geb.
Leiden, 29 november 1707
overl. ’s-Gravenhage, 19 december 1767
kinderen o.a.:
geb. ’s-Gravenhage, 19 februari 1728
overl. ’s-Gravenhage, 13 januari 1781
2.Cornelis, volgt Va
3.Henriëtte Frederika (A5c.)
geb. ’s-Gravenhage, 9 augustus 1734
overl. Utrecht, 8 augustus 1820
4.Willem Emmery, volgt Vb
IVb. WILLEM CORNELIS DE PERPONCHER MAISNNEUVE (A4b)
geb. Sas van Gent. 10 mei 1707
overl. Leiden, begr. Veere, 3 december 1744
heer van ’s-Heer Hendrikskinderen
kornet bij de ruiterij en baljuw van Veere (1737-1744)
huwt Middelburg, 20 augustus 1735
Henriëtte Cornelia de Mauregnault
Dochter van Mr. Johan en Agathe Clinck
geb. Middelburg, 19 april 1715
overl. Middelburg, 1 oktober 1739
kinderen:
Anna Henriëtte (A5e)
Geb. Veere, 20 mei 1736
Overl. Middelburg, 1 oktober 1768
huwt Middelburg, 18 mei 1756
Mr. Johan Guiliëlmus en Sara du Buisson
Geb. Middelburg, 6 oktober 1733
Overl. Middelburg, 15 april 1783
Kinderen:
Mr. Johan Willem (E2)
Geb. Middelburg, 5 maart 1759
Over. 3 maart 1812
Heer van St. Philipsland
Burgemeester van Middelburg
Huwt Magdalena Cornelia Steengracht
Va. Mr. CORNELIS BARON DE PERPONCHER SEDLNITSKY (A5b)
geb. ’s-Gravenhage, 3 mei 1733
overl. Zuilen, 27 oktober 1776
heer van Ellewoutsdijk
schepen van Tholen
raadsheer Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland
huwt Zuilen, 24/26 april 1763
Johanna Maria baronesse Van Tuyll van Serooskerken
dochter van Diederik jacob en Helena Jacoba de Vicq
ged. Zuilen, 28 juli 1744
overl. ’s-Gravenhage, 9 mei 1803
kinderen:
Geb. ’s-Gravenhage , 26 januari 1764
Overl. December 1800
Huwt februari 1786 Franz Wilhelm Jung
Gebr. 3 december 1757
Overl. 25 augustus 1833
Raadsheer te Mainz
Kinderen:
( zie Genealogie Jung)
1.Arend Jacob Diederik , volgt Vla
Geb. 1766
Overleden. ’s-Gravenhage, 24 oktober 1837
Hofdame Prinses van Oranje-Nassau
Huwt 1794
Friedreich Adriaan graaf van der Goltz
Zoon van Bernhard Wilhelm en Cornelia Jacoba
Steengracht
Geb. Friedrichsdorf, 7 augustus 1770
overl. ’s-Gravenhage, 4 februari 1849
Eerste luitenant in Nederlandse dienst, adjutant van de latere Koning Willem I, generaal-majoor, commandant van Zuid-Holland, gouverneur van ’s-Gravenhage, opperbevelhebber van Nijmegen, commissaris generaal van het departement van oorlog, lid eerste kamer der Staten-Generaal bij K.B. 28 augustus 1814, no. 14 lid der Edelen en ridderschap van Zeeland, commandeur der militaire Willemsorde hi hertrouwt Antoinette Maria Bergers
3. Henri George, volgt VIb
4.Willem Carel, volgt VIc
Vb. MR. WILLEM EMMERY baron DE PERPONCHER SEDLNITSKY (A5d)
geb. ‘s-Gravenhage, 14 april 1741
overl. Utrecht, 25 juni 1819
heer van Wolphaartsdijk
kanunnik ten Dom, geëlideerde raad en lid gedeputeerde staten van
Utrecht, curator Utrechtse Hogeschool, bestuurslid Utrechtse
Genootschap van kunsten en Wetenschappen
bij K.B. 28 augustus 1814, no. 14 lid der Edelen en Ridderschap van
Utrecht
huwt Utrecht, 27 december 1773
Agnes Clara Voet van Winssen
dochter van Paul Engelbert van Adriana van Halm
geb. Utrecht, 20 juli 1752
overl. Utrecht, 18 september 1803
Kinderen: o.a.:
Geb. Utrecht, 3 mei 1778
overl. ’s-Gravenhage, 6 augustus 1828
rentenierster
2.Johanna Maria (A6g)
Geboren Utrecht, 14 juni 1784
Overl. Parijs, 14 april 1852
Huwt Genève, 16 mei 1834
George James
Overl. 1846, Majoor in Engelse dienst
VIa. JHR. AREND JACOB DIEDERIK baron DE PERPONCHER SEDLNITSKY (A6b)
geb. ’s-Gravenhage, 26 mei 1765
overl. ’s-Gravenhage, 15 september 1822
heer van Ellewoutsdijk, Doveren etc.
raad van de staat van Utrecht
lid algemene Rekenkamer
lid Provinciale Staten van Utrecht
kamerheer van Koning Willem I
bij K.B. 28 augustus 1814, no. 14 lid der Edelen
en Ridderschap van Zeeland
bij K.B. 6 juli 1822 ingelijfd in de Nederlandse
Adel met het predicaat jonkheer
VIb. HENRI GEORGE graaf DE PERPONCHER SEDLNITSKY (A6d)
geb. ’s-Gravenhage, 19 mei 1771
overl. Dresden, 29 november 1856
adjudant van Prins Frederik van Oranje, luitenant generaal,
buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister aan het
Pruissische hof te Berlijn
Bij K.B. 14 juni 1822 ingelijfd in de Nederlandse Adel
Met de titel van Baron bij eerstgeboorte, bij K.B. 18 april
1825 werd hem de titel van Graaf bij eerstgeboorte verleend
o.a. Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw
commandeur der militaire Willemsorde
huwt Berlijn, 2 oktober 1816
Wilhelmina Frederica Adelheid gravin Reede-Ginkel dochter van
Arend Willem en Wilhelmina Carolina Elisabeth Albertina van
Krüsemark geb. Berlijn, 27 december 1792
Overl. Dresden, 1 september 1861
kinderen:
1.Guillaume Henri Louis Arendt, volgt VIIa
VIc. WILLEM CAREL baron De PERPONCHER SEDLNITSKY (A6e)
geb. ’s-Gravenhage, 24 januari 1775
overl. Doesburg, 17 maart 1857
aanvankelijk in Pruissische krijgsdienst (1796-1815),
waarin hij de rang van Majoor bereikte trad in 1815 als
luitenant-kolonel in Nederlandse dienst adjudant van Koning Willem
I commandant regiment huzaren te Gent, kolonel, generaal-majoor,
provinciaal comandant van Noord-Holland in de rang Luitenant-
generaal o.a. Ridderkruis 4e klasse der militaire Willemsorde
Ridder in de orde der Nederlandse Leeuw
huwt (1) 1801
Johanna Frederica Trip
dochter van Johan en Anna Maria Schuyt van Castricum
(2) Alida Maria van Rest
kinderen uit (1):
1.Leonard
geb. Gent, 29 juni 1829
1851-tweede luitenant in Indië
1854-ritmeester bij huzaren in Nederland
1885-gepensioneerd als luitenant-kolonel der
Huzaren
huwt Leeuwarden, 29 augustus 1857
Louise Christine van de Poll
geb. Leeuwarden, 16 mei 1827
overl. Oisterwijk, 19 november 1889
geb. Haarlem, 22 juli 1833
geb. Haarlem, 9 februari 1835
4.Frederik Adriaan
Geb. Haarlem, 21 juni 1838
Eerste luitenant infanterie
VIIa. GUILLAUME HENRI LOUIS ARENDT (of WILHELM
HEINRICH LUDWIG ARENDT) graaf DE PERPONCHER
SEDLNITSKY (A7a)
geb. Berlijn, 17 juli 1819
overl. Neudorf, 24 juni 1893
erfheer van Neudorf, MittelPeilau (Silezië) Gladfis-Hof
en Schmolz-Hof
Koninklijk Pruissisch kamerheer en ritmeester, buitengewoon gezant
en gevolmachtigd minister bij het Beierse Hof in Darmstadt
in 1853 verheven in de Pruissische Adel met de titel van graaf
huwt 2 juni 1853
Antoinette Louise emilie Julie gravin Von Maltzan
geb. 25 november 1825
overl. Neudorf, 14 juli 1899
barones van Wartenberg en Penzlin (Silezië)
VIIb. FREDERIK GUILLAMUME CHARLES AUGUSTE (of
FRIEDERICH WILHELM KARL AUGUSTE) graaf DE
SEDLNITSKY (A7b)
geb. Berlijn, 12 augustus 1821
overl. 1909
majoor en adjudant van Prins George van Pruissen, later
hofmaarschalk van de koning van Pruissen
huwt 1867
Wanda Friederieke Ottilie Hedwig Louise gravin Von
Moltke
VIIc. LOUIS NICOLAS FREDERIC ERNESTE GUSTAVE (of
LUDWIG NIKOLAUS FRIEDRICH ERNST GUSTAV) graaf
DE PERPONCHER SEDLNITSKY (A7C)
geb. Berlijn, 19 juni 1827
over. 1914
heer van Grosz Ganderen (bij Frankfurt am Oder)
Koninklijk Puisissisch kamerheer, eerste luitenant
Cavalerie in Pruisissche dienst
huwt 20 oktober 1852
Adelheid Ernestine Sophie gravin van Von Bülow
IV. DE FAMILIE VAN WASSENAER
Ia. Mr. Frederik Hendrik ban Van Wassenaar (B1a)
Geb. ‘s-Gravenhage, 8 mei 1701. Overl. ‘s-Gravenhage, 27 december 1771, heer van de beide Katwijken. ’t Zand,Valkenburg etc. vaandrig, raadsheer van het Hof van Holland lid Hollandse Ridderschap, lid Staten van Holland, lid Staten Generaal, baljuw en dijkgraaf van Rijnland en baljuw en schout van ’s-Gravenhage huwt (1) 1729. Anna Sophia baronesse Van Wassenaer, geb. 1706. Overl. 1730, huwt (2).
Seyna Jacoba Isabella Van Wijhe dochter van Christiaan Reynolt en Henriëtte Philipppine baronesse Van Brakel, geb. 1719, overl. 1785, kinderen uit (2):
Willem Lodewijk, geb. 12 februari 1738, overl. 7 december 1787. Drossaard van Buren, baljuw van Voorne en Den Briel.
Ib. Willem baron van Wassenaer (B16). Geb. ’s-Gravenhage, 11 december , 1712.overl. Echteld, 19 augustus 1783. Cadet Waalse dragonders, adelborst Nederlandse marine , uiteeindelijk luitenant-admiraal, president der Hoge Zeekrijgsraden , raadsman van Prins Willem V, huwt (1) ’s-Gravenhage, 21 februari 1751 Johanna Wilda van Wijhe, dochter van Christiaan Reynolt en Henriëtte Philipine baronesse van Brakel. ged. Avezaat, 27 oktober 1720, overl. Nijmegen, 7 oktober 1754, vrouw van Echteld, huwt (2) ’s-Gravenhage, 21 mei 1757, Anna baronesse Van Wassenaer, dochter van Willem Lodewijk en Maria Cornela van Aerssen, geb. ’s-Gravenhage, 26 augustus 1716, overl. 1801
Ic. JACOB AREND baron VAN WASSENAAR (B1d)
geb. Leiden, 23 februari 1721
overl. 1767
raadsheer van Hof van Holland, baljuw van Voorne
en Den Briel
huwt (1) ’s-Gravenhage, 24 december 1747
Amelia Catherina a baronesse Bentinck
dochter van Hendrik en Elisabeth Noël
over. 1756
huwt (2) ’s-Gravenhage, 13 september 1757
Catherina van der Heim
Dochter van Mr. Anthony en Catherina van der
Waeyen
geb. ’s-Gravenhage, 22 maart 1729
overl. ‘-Gravenhage, 21 oktober 1771
uit (1):
Carolina Jacoba (B2a)
ged. ’s-Gravenhage, 29 juni 1749
overl. Breda, 1789
vrouwe van Hazerswoude en Zuid-Waddingsveen
huwt ’s-Gravenhage, 29 mei 1769
Benjamin baron Van der Borch
zoon van Allard Philip en Reinira Charlotta
baronesse Van Goltstein
geb. 1741
overl. 1894
heer van Hoogeveen
ontvanger-generaal en drost van de stad en baronie Breda
Id. WILLEM HENDRIK baron VAN WASSENAAR (B1e)
ged. Leiden, 3 november 1722
over. 3 oktober 1769
kolonel regiment dragonders, hoogheemraad van Delfland
huwt Hoorn 15 december 1754
Catherina van Foreest
dochter van Nanning en Jacoba de Vries
geb. 1734
1. Frederik Hendrik (B2b)
geb. 1757
overl. 1782
lid Hollandse Ridderschap
2.Jacob Nanning Arend (B2c)
geb. ’s-Gravenhage, 27 juni 1760
over. Nijmegen, 4 september 1834
luitenant-kolonel der dragonders
Tweede Kamer der Staten Generaal
Oirschot, 25 augustus 1795
Judith Petronella van de Sande
dochter van Willem en Maria Smits
geb. Nijmegen, 7 mei 1771
overl. Nijmegen, 26 januari 1845
V. DE FAMILIE JUNG
- FRANZ WILHELM JUNG (A6a)
geb. 3 december 1757
overl. 25 augustus 1833
raadsheer te Mainz
huwt februari 1786
Jacoba Maria de Perponcher Sedlnitsky
dochter van Mr. Cornelis en Johanna Maria van Tuyll van Serooskerken
geb. 26 januari 1764
overl. december 1800
kinderen:
geb. 15 augustus 1787
overl. 1866
geb. 2 januari 1792
overl. 1868
3. Mr. Johan Wilhelm (F2c)
geb. 30 januari 1795
overl. 1865
raadsheer Hof van Appél te Mainz
huwt 1823
Susanne Reich
geb. Mainz, 20 augustus 1798
overl. 1866
huwt Parijs, 1824
Eugenie Treutell
-
-
Hele toegang